Het is bekend dat de supergroep Crosby, Stills, Nash & Young tijdens hun knipperlichtbestaan een bijna toxische relatie kenden. Vechtpartijen tijdens tournees waren geen zeldzaamheid en drugs deden de relatie ook geen goed. In 1969 trad het nog verse kwartet op in de legendarische New Yorkse zaal Fillmore East. Individueel genoten David Crosby ( The Byrds ), Stephen Stills ( Buffalo Springfield ), Graham Nash ( The Hollies ) en Neil Young (Buffalo Springfield en onderweg als soloartiest) al een zekere status, maar het grote album Deja Vu (1970) moest nog komen, evenals het doorbraakconcert op het Woodstock festival. Deze uitstekend klinkende, door Stills en Young herbewerkte live-opnames laten nog vier vrienden horen, die genieten van de mooie muziek en fraaie harmonieën die ze samen maken, en tussen de nummers door wat met elkaar en het publiek dollen. De show was opgebouwd uit een akoestische set met voornamelijk materiaal van hun kort daarvoor verschenen naamloze debuutalbum (nog zonder Young), gevolgd door een elektrische set met onder andere een lange versie van Down By The River, vol eindeloze gitaarduels tussen Stills en Young. De uitvoeringen mogen soms wat rommelig zijn, maar een ontspannen sfeer naast intens spel en genoemd onderling spelplezier maken Live At The Fillmore, 1969 misschien wel tot een beter live-album dan de holle arenasfeer van 4 Way Street uit 1971. (MR)