In de pers wordt Afel Bocoum vaak genoemd als opvolger van de legendarische zanger-gitarist Ali Farka Touré. Beide Malinezen komen uit hetzelfde dorp, Niafunké, gelegen aan de grote Niger-rivier. Al vanaf dertienjarige leeftijd werd Bocoum de beschermeling en begeleider van zijn grote oom Farka Touré. Drie decennia lang speelde Bocoum in Farka Touré's groep ASCO. Daarnaast richtte Bocoum begin jaren tachtig van de vorige eeuw zijn eigen groep Alkibar op. Alkibar betekent 'Boodschapper van de Grote Rivier'. Met de Niger als inspiratiebron en gids ontwikkelde Bocoum een eigen repertoire dat qua stijl duidelijk verschilt van die van Farka Touré. Bocoum neemt niet de gitaar maar de njarka (eensnarige viool) en njurkel (dubbelsnarige gitaar) als basis voor zijn bezwerende, tranceachtige muziek. Bocoums muziek is akoestischer, met voortkabbelende melodieën en ritmes die een gevoel van vrede, ruimte en tijdloosheid opwekken. Als zoon van een Songhai vader en Peul moeder voelt Bocoum de drang een boodschap te brengen van vrede, tolerantie en gelijkheid voor iedereen. Daarom zingt hij over maatschappelijke kwesties in de diverse etnische talen Songhai, Peul, Tamashek en Bambara. Fascinerende grenzenoverschrijdende woestijnblues! (SvdP)