Tekst uitgesproken door Carel Blotkamp, emeritus hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam, ter gelegenheid van het symposium 'Bondgenoten of tegenpolen' dat op 14 oktober 2008 in Utrecht plaatsvond ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Vereniging Rembrandt. Zijn stelling was dat particuliere collecties altijd een zekere mate van openbaarheid hebben gehad. Hij wees erop, dat 30 tot 50% van museale collecties door particulieren zijn geschonken. Blotkamp plaatste twee soorten collectioneurs naast elkaar: het New-Yorkse echtpaar Dorothy en Herbert Vogel, met hun door de jaren opgebouwde collectie van hedendaagse kunst, avontuurlijk en met een bescheiden budget opgebouwd. Daarnaast noemde hij het Zwitserse echtpaar Ernst en Hildy Beyeler. Hun collectie moderne klassieken (Picasso, Miró, Giacometti etc.) bouwden zij op met ruim kapitaal, verdiend in de kunsthandel. Terwijl de Vogel collectie reizend in 50 VS staten te zien was, herbergde Beyeler zijn collectie in de particuliere Fondation Beyeler, waarvoor architect Renzo Piano bij Bazel een net zo indrukwekkend als aangenaam tentoonstellingsgebouw ontwierp.